Sportplezier voorop bij aanpassen spelregels in de jeugdsport – Volleyinfo
0Plezier in sport is belangrijk. Zéker op een jonge leeftijd, als de basis wordt gelegd voor een leven lang sporten. Om plezier en veiligheid te garanderen, werken NOC*NSF en de sportbonden aan een positieve sportcultuur. Een onderdeel daarvan is het aanpassen van geldende spelregels. In opdracht van NOC*NSF deed het Mulier Instituut onderzoek onder sportbonden om inzichtelijk te krijgen waarom welke spelregels zijn gewijzigd en wat het resultaat hiervan is.
Een van de conclusies: sportbonden focussen voornamelijk op zes thema’s om het sportplezier voor de jeugd te bevorderen. Die zes thema’s zijn:
- succeservaringen creëren;
- de focus op presteren wegnemen;
- de betrokkenheid van kinderen verhogen;
- de fysieke veiligheid waarborgen;
- positief gedrag bevorderen;
- onduidelijke spelsituaties voorkomen.
Hoe de deelnemende bonden aan de slag zijn gegaan met deze thema’s, verschilt per sport. Zo ging het Koninklijk Nederland Korfbalverbond (KNKV) van acht naar vier spelers in een team, nam het Nederlandse Handbalverbond (NHV) afscheid van vaste keepers bij de jeugd en vernieuwde de Squash Bond Nederland het rankingsysteem, zodat kinderen nu sneller spelen tegen iemand van hetzelfde niveau.
Alle wijzigingen per sportbond lees je in de brochure
.
Aanbevelingen voor het aanpassen van spelregels
Op basis van het onderzoek doet het Mulier Instituut zes aanbevelingen voor sportbonden die hun spelregels willen aanpassen. Dit zijn:
- Zorg voor een continue, kritische houding tegenover spelregels.
- Vraag andere sportbonden om advies.
- Betrek jeugdsporters in het hele proces en vraag om hun mening en ervaringen.
- Communiceer helder over het waarom, hoe en wat van de spelregelaanpassingen.
- Test nieuwe spelregels en voer ze gefaseerd in.
- Evalueer met verschillende groepen uit de achterban.
Lees alle bevindingen in het rapport
.
Over het onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door het Mulier Instituut, in opdracht van NOC*NSF. Hiervoor voerden de onderzoekers gesprekken met verantwoordelijken bij zeventien sportbonden. Daarnaast zijn verschillende documenten (beleidsstukken, reglementen) geanalyseerd.