Hypothenar-hammer syndroom bedreigt loopbaan Sjors Tijhuis – Volleyinfo
0Voor Sjors Tijhuis zit het seizoen erop. Draisma Dynamo’s 22-jarige middenblokkeerder houdt er zelfs rekening mee dat hij het topvolleybal definitief vaarwel moet zeggen. Vorige week werd ontdekt dat de Apeldoorner lijdt aan het zeldzame Hypothenar-hammersyndroom, een aandoening die de doorbloeding naar zijn hand belemmert.
Sinds medio december kampte Tijhuis al met pijnlijke vingers, een op zich niet zo ongebruikelijke kwaal bij volleyballers. Toen de pijn vorige week plotseling verergerde, bleek dat er meer aan de hand was. Onderzoek in het ziekenhuis wees uit dat een van de twee slagaders van zijn rechterhand verstopt zit. “Bij de echo die gemaakt is, bleek dat er een bloedprop inzit”, denkt de patiënt met afgrijzen terug aan de diagnose die zijn leven van het ene moment op het andere volledig op de kop zette.
Het bericht van de vaatchirurg dat een dergelijke verstopping van de bloedvaten het spelen van topvolleybal nagenoeg onmogelijk maakt, kwam voor de onfortuinlijke Draisma Dynamo-volleyballer als een donderslag bij heldere hemel. “Ik ging onschuldig het ziekenhuis in en kwam er verdrietig weer uit. Volleybal is mijn leven. Ik woon en leef met die jongens. Het is alles voor me. In principe ben ik gewoon fit. Het is enorm ongelukkig”, verklaart de veelvoudig jeugdinternational hoeveel moeite het hem kost om de onheilstijding te laten bezinken.
Omdat er in Nederland slechts weinig mensen lijden aan het syndroom waaraan Tijhuis lijdt, zijn er vrijwel geen behandelmethodes. Een riskante operatieve ingreep waarbij het afvoeren van een “stofje” via een katheter mogelijk uitsluitsel zou kunnen bieden. Daarnaast kan het stollen worden tegengegaan door middel van bloedverdunners. Op die laatste remedie vestigt Tijhuis zijn hoop op herstel. “Dat betekent elke dag spuiten en hopen dat de hand dan zelf nieuwe wegen maakt. Ik heb donderdag al m’n eerste spuit gehad. Dat zorgt ervoor dat het niet erger wordt. Hoe het verder gaat, is voor mij nu afwachten.”
Het handjevol Nederlanders dat een klap krijgt van de Hypothenar-hammer heeft als overeenkomst dat ze vrijwel allemaal hun hand als ‘werktuig’ gebruiken, zo leerde de onfortuinlijke volleyballer inmiddels. “Als ik een andere sport had beoefend dan volleybal, dan had ik het niet gehad. Behalve bij volleybal komt het ook voor bij honkballers, hockeyers en handballers. Een timmerman kan het ook krijgen.”
Hoewel hem ter ore is gekomen dat een andere Nederlandse volleyballer die dezelfde lichamelijke probleem had als hij volledig hersteld is, staart Tijhuis zich nergens blind op. Hij gaat uit van het ergste en probeert zich erop in te stellen dat hij zijn volleybalcarrière moet beëindigen. “Als je uitgaat van het ergste, kan het alleen maar meevallen. Het huidige seizoen is in elk geval voorbij. Natuurlijk moet je altijd blijven hopen, maar aan hoop ga ik me niet vasthouden. Er is altijd een kans dat het misschien weer goedkomt, maar de kans dat het niet meer goedkomt is groter. Ga je door je enkel, dan sta je er na zes of acht weken weer. Bij dit heb je geen strohalm, basis of richtpunt”, verzucht hij.
De klap die hij kreeg te verwerken werkt Tijhuis logischerwijs op het gemoed. “Er spookt van alles door m’n hoofd. Al dat verwerken maakt me doodmoe, al slaap ik wel goed. Als je zulk nieuws krijgt, voel je jezelf heel klein. Toen ik zag hoe mijn vriendin erom moest huilen, huilde ik mee. Vrijdag voor de wedstrijd tegen Sliedrecht heb ik het aan het team verteld. Iedereen was stil. Het is gewoon een rotsituatie. Ik vind het heel erg dat ik misschien nooit meer kan volleyballen, oneerlijk ook. Ik blijf wel zoveel mogelijk bij het team betrokken. De beker heb ik met Draisma Dynamo nog nooit gewonnen. Ik wil dat ze die beker gaan pakken. Het is niet zo dat ze dat voor mij moeten doen, maar ik hoop ze wel zo te motiveren dat het lukt.”
(Foto: Wout van Zoeren)