Het is aan een groepje gymleraren te danken dat de Nederlandse Volleybalbond dit jaar het 75-jarig bestaan viert. Een beetje haastwerk is de oprichting van de bond in 1947 wel.

Volleybal zelf is al wat jaartjes ouder dan de Nevobo. In 1895 bedenkt de Amerikaan William G. Morgan in Holyoke deze sport, enkele jaren nadat zijn vriend James Naismith basketbal heeft uitgevonden. Volleybal is in de ogen van Morgan een mix van basketbal, tennis, handbal en honkbal, maar fysiek minder belastend dan een sport als basketbal en meer geschikt voor jong en oud.

Missionarissen

Via pater Simon Buis waait de sport halverwege de jaren twintig in de vorige eeuw over naar Nederland. Vooral onder missionarissen geniet het grote populariteit. Begin jaren dertig ontstaan de eerste volleybalclubs. Toch duurt het tot na de Tweede Wereldoorlog, voordat het volleybal op veel meer plekken wortel schiet.

Niet in de laatste plaats dankzij de Canadese bevrijders. Zij nemen bij de bevrijding niet alleen chocolade, sigaretten en kauwgom mee, maar ook materiaal om buiten volleybalveldjes te kunnen uitzetten. Op scholen wordt volleybal na de oorlog een vaak ingezette bezigheid tijdens gymnastieklessen.

Noodzaak

In 1947 is het tijd voor de oprichting van een volleybalbond, zes maanden nadat de Landelijke Volleyball Commissie is gestart met het voorwerk. Dat proces komt in een stroomversnelling wanneer vanuit Frankrijk het bericht volgt dat er een Europees kampioenschap aan zit te komen. Als Nederland wil meedoen, moet er wel een officiële bond zijn. Bovendien is een landelijke bond ook meer dan wenselijk om een landelijke competitie op te kunnen zetten. Saillant detail: de Amsterdamse turnleraar en sportcoach Dick Schmüll is een van de initiators. Met een aantal andere leraren neemt hij het voortouw. Schmüll staat in hetzelfde jaar ook aan de wieg van georganiseerd basketbal in Nederland.

Groei

In juli worden bestaande verenigingen en door de commissie benoemde ‘kringen’ uitgenodigd om de stichtingsvergadering van de Nederlandse Volleyball Bond op 6 september bij te wonen. In aanwezigheid van achttien belangstellenden wordt die zaterdag in het Centraal Gebouw der AMVJ (Amsterdamse Maatschappij voor Jongemannen) de bond opgericht. Schmüll neemt op die vergadering de voorzittershamer ter hand. Binnen een jaar stroomt al veel nieuw bloed het bestuur in. Schmüll zelf geeft na een jaar het stokje over aan W.P. Struijk, die tot en met 1969 de functie als voorzitter bekleedt. Vanwege het grote aantal christenen in de achterban is spelen op zondag lange tijd taboe. Bijkomend voordeel: de volleybalbond groeit de eerste twintig jaar hard, want de christelijke gemeenschap is groot. Op 7 december 1969 staat de teller op 40.000 en is de Nevobo een van de grotere sportbonden in Nederland. Dan is ook de tweede ‘l’ aan het einde van volleybal inmiddels verdwenen. Vandaag de dag is Nevobo de naam die het meest wordt gebruikt.

Kloffie

Een goed half jaar na de oprichting van de Nevobo worden de dames en heren van AMVJ de eerste landskampioenen. In september 1948 doet Nederland (mannen) mee aan de Europese kampioenschappen in Rome. De ploeg telt precies zes spelers in een kloffie, die niet bepaald interlandwaardig kan worden genoemd. Oranje wordt laatste. Het goede nieuws: vanaf dit moment kan het alleen maar beter gaan…

Bron: Hoppa! 50 jaar volleybal in Nederland