Column: Red onze ballenkinderen
0Ik kan niet hardmaken dat de toeschouwers dáárom wegblijven of weglopen bij volleybalwedstrijden. Dat de orgie van lawaai die tegenwoordig gepaard gaat met topvolleybal mensen tegenhoudt om op de tribune plaats te nemen. Maar aanwijzingen ervoor heb ik wel. Dat weglopen geldt voor mezelf, maar het punt dat ik wil maken gaat niet over mij. Het gaat over onze ballenkinderen.
Door Wim Aalbers
Sfeertje bouwen
Even een situatieschets: Ik was deze week in Doetinchem voor de wedstrijd tussen Orion en Dynamo. Heel wat kilometers voor een onpartijdige liefhebber, maar die kreeg dan ook waar voor zijn geld. In ieder geval in de eerste twee sets: volleybal op een hoog niveau van twee van de beste teams in Nederland. In een omgeving die topsport en ambitie ademt. Want dat doen ze goed bij Active Living Orion. Toch ben ik tijdens de derde set de hal uitgelopen en naar huis gegaan. Enkel vanwege het absurde geluidsniveau uit de speakers, dat door moest gaan voor “sfeertje bouwen”. Vanaf een half uur voor de wedstrijd en letterlijk elke seconde dat de bal niet in het spel was produceerde de man aan de knoppen een krankzinnig aantal decibels, met onafgebroken basdreunen, 120 per minuut. De stoeltjes op het beton trilden ervan en de klappen waren voelbaar in mijn maag. En dan heb ik het niet over mijn oren, die ik al bescherm met op maat gemaakte oordoppen, zoals die voor festivals worden aangeraden. Tevergeefs.
Weg daar meisjes!
Bij het verlaten van de zaal liep ik áchter het centre court langs en dus áchter de daar opgestelde speakers. Daarbij moest ik mijn handen over mijn gedopte-maar-tuitende oren houden. Een meter of twee vóór en onder de speakers (op elke hoek van het veld) zat een ballenmeisje. En dit nu is mijn punt: Het is onverantwoord om opgroeiende kinderen op die manier bloot te stellen aan een geluidsniveau dat permanente gehoorschade kan toebrengen. Was het mijn kleindochter geweest, dan had ik haar onmiddellijk van het centre court afgehaald. Was ik court manager geweest, dan had ik minimaal gezorgd voor een andere opstelling. Was ik voorzitter geweest, dan had ik ter plekke de geluidsman bevolen zijn niveau fors te beperken.
Gezonde leefstijl?
Ik wás ooit langdurig topsportvoorzitter. En in die tijd moest ik bijna wekelijks de geluidsmannen er aan herinneren dat ze moesten dimmen. Op basis van mijn eigen waarneming en mijn verantwoordelijkheid. Én vanwege de vele klachten die ik hoorde vanaf de tribune. “Hoe harder hoe beter” zit bij die geluidsjongens nu eenmaal diep. De risico’s worden niet gezien. Maar in een omgeving waar sport en gezonde leefstijl hand in hand gaan hoort een bestuur hierop toe te zien. Het geluidsniveau in Doetinchem deze week was een exces. Maar ook in Nijmegen, Barneveld, Ede en Apeldoorn heb ik dit seizoen dezelfde ervaring gehad. Het speelt overal in Nederland, in de eredivisie, maar ook in de topdivisie. Er lijkt geen geluidsnorm te zijn. Laat staan besef of handhaving.
Even dimmen voorzitters!
Let wel. Ik ben vóór sfeerteams en muziek bij wedstrijden. Maar ik waarschuw voor de risico’s van de overdrijving. Het risico dat toeschouwers afhaken en wegblijven. Denk daar eens over na bij alle brainstorms over de promotie van onze prachtige zaalsport. Maar belangrijker is het gezondheidsrisico voor met name jongeren. Ik roep dus de voorzitters van de topclubs op om zich twee dingen eigen te maken. Het eerste is toezien op het geluidsniveau. Het tweede en belangrijkere is om onze ballenkinderen te beschermen tegen gehoorschade die ze hun leven lang kan achtervolgen.